Buitenlanddagen en belasting: wat iedere sporter moet weten!
Deze column verscheen eerder op SportKnowhowXL.nl.
Intro
Op mijn 19e tekende ik mijn eerste contract als professioneel schaatsster, bij het commerciële team DSB. Na mijn tijd in Jong Oranje betekende dat de overstap naar een bestaan als echte topsporter. En bij dat bestaan hoorden ook de eerste, wat serieuzere, belastingaangiften inkomstenbelasting.
Via een ploeggenoot kwam ik bij een belastingadviseur die veel met sporters werkte. In die beginjaren moest ik al mijn buitenlanddagen bijhouden: bij een trainingskamp of wedstrijd in het buitenland noteerde ik waar ik was, hoeveel dagen en of ik daar extra inkomsten had. Die gegevens werden verwerkt in de aangifte. Hoe het precies werkte wist ik niet, maar het leverde uiteindelijk belastingvoordeel op. Na verloop van tijd veranderden de regels en bleef het voordeel alleen bestaan voor een handvol landen – waar, toeval of niet, geen enkele ijsbaan te vinden was. Voor latere jaren hoefde ik de dagen niet meer zo nauwkeurig – en zeker niet voor elk land – bij te houden.
Inmiddels ben ik zelf geen topsporter meer, maar werk ik als fiscalist – onder andere voor topsporters. En nog steeds duiken de ‘buitenlanddagen’ regelmatig op. Inmiddels weet ik natuurlijk wél hoe het werkt: het gaat om de zogenoemde aftrek ter voorkoming van dubbele belasting.
In deze column leg ik uit hoe het zit als een Nederlandse sporter, die in Nederland woont, inkomsten verdient in het buitenland – en hoe dat fiscaal wordt behandeld.
(Kleine kanttekening: voor de leesbaarheid zijn sommige onderdelen wat vereenvoudigd. In werkelijkheid kunnen de regels per land verschillen en een stuk ingewikkelder zijn.)
Presteren in het buitenland, belasten in het buitenland?
Topsporters zijn zelden uitsluitend in Nederland actief. Zeker op hoog niveau wordt er meer gereisd en kunnen de inkomsten flink oplopen. Door wedstrijden en trainingskampen reizen sporters de hele wereld over. Naast hun Nederlandse inkomsten – bijvoorbeeld van een sponsor, club of team – ontvangen ze vaak ook buitenlandse inkomsten. Denk aan start- en prestatiebonussen, prijzengeld of andere beloningen die direct samenhangen met hun prestaties in het buitenland. Maar hoe worden deze buitenlandse inkomsten eigenlijk belast? En – minstens zo belangrijk – welk land mag daar belasting over heffen?
Fiscaal inwoner van Nederland: belasting over het wereldinkomen
Een sporter die fiscaal inwoner is van Nederland, is binnenlands belastingplichtig voor zijn wereldinkomen. Dat betekent dat alle inkomsten, zowel in Nederland als in het buitenland verdiend, in Nederland worden belast. Of iemand als fiscaal inwoner wordt aangemerkt, wordt beoordeeld op basis van feiten en omstandigheden. Zolang een Nederlandse sporter een duurzame persoonlijke band met Nederland behoudt – en er geen belastingverdrag is dat het anders regelt – is hij of zij belastingplichtig in Nederland voor het volledige wereldinkomen. Verhuist een sporter daadwerkelijk naar een buitenland, dan geldt hij of zij niet langer als fiscaal inwoner en mag Nederland geen belasting meer heffen over het wereldinkomen. Wel kan Nederland dan nog belasting heffen over inkomsten die hier zijn ontstaan.
Belasting over buitenlandse inkomsten en het voorkomen van dubbele belasting
Sporters verdienen hun inkomen wereldwijd. Over het algemeen heeft het gastland – het land waar de sporter fysiek actief is – het recht om belasting te heffen over de aan hem of haar uitgekeerde voordelen. Dit kan echter leiden tot dubbele belastingheffing: het gastland heft belasting over het inkomen dat wordt verdiend tijdens wedstrijden of activiteiten in dat land, terwijl het woonland – Nederland – belasting wil heffen over het volledige wereldinkomen van de sporter.
Om dubbele belasting te voorkomen, sluiten landen onderling belastingverdragen. In bijna alle verdragen die Nederland sluit, is een zogenaamde ‘sporters- en artiestenbepaling’ opgenomen. Deze bepaling geeft het land waar de fysieke sportbeoefening plaatsvindt het recht om belasting te heffen over het aan de sporter toekomende voordeel uit die sportactiviteiten.
Voorkomen van dubbele belasting: verrekening of vrijstelling
Als een Nederlandse sporter inkomsten ontvangt waarover een ander land volgens het belastingverdrag heffingsrecht heeft, dan moet Nederland een vermindering van de Nederlandse belasting verlenen. Dit gebeurt op basis van één van de twee methoden die in belastingverdragen zijn vastgelegd: de verrekeningsmethode of de vrijstellingsmethode.
Verrekeningsmethode
In het overgrote merendeel van de belastingverdragen die Nederland heeft gesloten, wordt voor sporters (en artiesten) de verrekeningsmethode toegepast. Hierbij mag de in het buitenland ingehouden (bron)belasting worden verrekend met de in Nederland verschuldigde inkomstenbelasting. Daarbij vereist de Belastingdienst meestal bewijs van de daadwerkelijk ingehouden buitenlandse belasting. De verrekening is bovendien beperkt tot het deel van de Nederlandse belasting dat hoort bij het buitenlandse inkomen, om dubbele vrijstelling te voorkomen.
In sommige landen geldt een drempel: bij lagere bedragen wordt geen (bron)belasting ingehouden. Dan is er niets te verrekenen, en blijft het buitenlandse inkomen in beginsel volledig in Nederland belast.
Vrijstellingsmethode
De vrijstellingsmethode komt alleen nog voor in enkele oudere belastingverdragen: Israël, Luxemburg, Marokko, Singapore, Spanje en Thailand. Bij deze methode wordt het buitenlandse inkomen vrijgesteld in Nederland, op basis van een evenredige toerekening van het inkomen aan het andere land.
Een belangrijk verschil met de verrekeningsmethode is dat bij de vrijstellingsmethode niet wordt gekeken of er in het andere land daadwerkelijk belasting is betaald. Daardoor kan een belastingvoordeel ontstaan, bijvoorbeeld als dat land geen belasting heft over het inkomen, of als het bedrag dat daar wordt geheven lager is dan wat Nederland op basis van vrijstelling buiten de heffing laat.
Van prijzengeld tot basissalaris: hoe worden sportinkomsten verdeeld?
Maar welk inkomen kan nu precies aan welk land worden toegerekend? In sommige gevallen ligt dat voor de hand: als prijzengeld wordt toegekend voor een specifieke wedstrijd in het buitenland, is het logisch dat deze inkomsten volledig aan dat land worden toegerekend. Maar er zijn ook situaties waarin de toerekening minder duidelijk is.
Neem een voetballer die een bonus kreeg voor het behalen van een volgende ronde in een Europees toernooi, met één wedstrijd in Nederland, die werd verloren, en één in Spanje, die werd gewonnen. De vraag was: aan welk land reken je die bonus toe? De rechtbank oordeelde dat de bonus voor de helft aan Nederland en voor de helft aan Spanje moest worden toegerekend. Een directe toerekening aan de prestaties dus, in plaats van de tijdsevenredige verdeling die de speler zelf voorstelde.
Iets vergelijkbaars geldt voor het vaste salaris. Stel dat dezelfde voetballer een jaar onder contract staat bij zijn Nederlandse club, maar ook wedstrijden speelt en op trainingskamp gaat in Spanje dan kan een deel van zijn salaris aan Spanje worden toegerekend. Dat gebeurt via werkdagentelling: hoeveel dagen werkte hij voor de club, en hoeveel daarvan in Spanje? Op basis daarvan kan dat deel buiten de Nederlandse belastingheffing vallen, omdat Spanje daar het heffingsrecht op heeft – wat een belastingvoordeel kan opleveren.
Dit zijn slechts enkele voorbeelden van de praktische uitdagingen bij internationale sportinkomsten, waarbij niet alleen de verdeling van werkdagen, maar ook reisdagen, rustdagen en inactiviteit de fiscale behandeling kunnen beïnvloeden. Daarnaast spelen het inkomen zelf én de wijze waarop een sporter zijn inkomsten ontvangt – als privépersoon, IB-ondernemer of via een BV – een rol bij de berekening van dubbele belasting en de mogelijke voor- of nadelen daarvan voor de uiteindelijke belastingheffing.
Kortom: het bijhouden van buitenlanddagen blijft nuttig en kan voordeel opleveren. Doordat in veel belastingverdragen de vrijstellingsmethode is vervangen door de verrekeningsmethode zal er echter minder snel een belastingvoordeel kunnen worden behaald. De fiscale regels verschillen per land, situatie en inkomenstype, waardoor het onderwerp complex blijft. Voor topsporters met buitenlandse inkomsten geldt daarom één advies: laat je goed adviseren.